bereiding

• Schil de aardappel en snijd de prei fijn. Gebruik zowel het witte als het groene gedeelte en was hem daarna grondig om te voorkomen dat er geen zand in zit.
• Pel en snipper de ui en de knoflook.
• Snijd een winterpeen in grove stukken.
• Verwarm een soeppan met een klont roomboter.
• Fruit de ui, prei, aardappel, winterpeen en knoflook voor circa vijf minuten op niet te hoog vuur zodat de groente niet verkleurt, maar alleen zijn smaak afgeeft.
• Voeg mosterdzaad, de grove en fijne mosterd toe. Voeg ook de tijm toe. Blus het geheel af met witte wijn en een scheut noilly prat. Vul de rest aan met een lekkere groentebouillon (of als je die niet hebt water) tot alles ruimschoots onder staat.
• Breng de soep aan de kook en kook hem tot de aardappelen gaar zijn.
• Mix de soep daarna in een blender tot een gladde en romige soep. Voeg een klein scheutje honing toe en de room.
• Breng de soep daarna nog kort even aan de kook voor het serveren. Breng hem op smaak met peper en zout.
• Bak ondertussen de spekjes in een droge pan uit tot ze krokant zijn. Voeg het bakvocht van de spekjes toe aan de soep en laat de spekjes uitlekken op wat keukenrol.
• Serveer de soep met de uitgebakken spekjes en top hem af met rauwe andijvie of andere rauwe bindsla of ijsbergsla.